Na tijden van stilte hier toch even een update van mij. Over hoe ik in het leven sta, en wat de afgelopen mijn leven in beslag heeft genomen.
Ik ben ondertussen verhuisd naar Arnhem, en helemaal gesetteld. Waardoor ik weer even wat tijd heb om naar mezelf te kijken.
Wat ik het meeste mis is tijd van mezelf. Tijd die niemand van me af kan pakken, school niet, vrienden niet, dagelijkse beslommeringen niet. Tijd en rust die ik in Tibet en Nepal als hemels ervaren heb. Ik heb nog niet veel over mijn reis verteld maar dat komt vooral doordat de indruk eigenlijk te groot was om in woorden uit te drukken. Ik heb wat prille momentjes die ik met jullie kan delen omdat ik deze de eerste paar dagen heb opgeschreven.
Dag 1
Zelfs al op dag één struikel ik over de schillen. Niet alleen in de natuur, architectuur en loslopend vee. Maar vooral door de mentaliteit die hier in de lucht te voelen is. Er zelfs door gedragen word. Overladen met glimlachjes, stralende ogen en kleine buiginkjes word ik ontvangen. Waarom? De kleur van mijn haar, de kleur van mijn huid, de vreemde taal, het geld in mijn portemonnee, wie zal het zeggen?
Vandaag heb ik geld gehaald. 2500 roepies, gelijk aan ongeveer €25 in ons westerse Europa. Geen fortuin zou je misschien zeggen, tot je beseft dat dát is wat deze mensen in een maand verdienen. Dat besef komt traag en blijft misschien wel helemaal uit. Door de korte periode die ik hier zit zal ik misschien niet kunnen wennen. Maar ik kan me niet voorstellen dat de mensen die hier wonen, onder spanplaten en lagen plastic zeil die niet beseffen. Ze moeten toch weten dat wat voor hen een fortuin is, een schijntje is bij wat een 17-jarige blonde knul kan verdienen en dat doordat ik ergens anders geboren ben.
En toch blijven ze lachen, wijzen, staren en stralen als ze me door de bemodderde straten zien lopen, gewapend met mijn dure camera en kleren, objecten die velen van heb nooit zullen bezitten. Vreemd, maar toch voel ik me welkom. En niet alleen door de biljetten in mijn portemonnee
Ik schaam me bijna als ik afding op dingen die mij nog geen kriebel in de ribben geeft, waar de lokale mensen 3 ribben kwijt zijn voor hetzelfde. Maar mij is verteld de cultuur in acht te nemen, en te leven naar de standaard die mij volkomen vreemd is, bijna obscuur lijkt. En dus doe ik dat ook, al is het maar een klein beetje.
Vandaag heb ik ook een tas gekocht. Hij kost me op zijn hoogst 3 euro, en ik kon het nog niet over mijn hart verkrijgen af te dingen. Ik hoop dat het goede karma die deze mensen lijkt te drijven mij ook treft, en ik mij morgen niet zo schuldig voel als ik een bedelaar voorbij loop. Morgen draai ik linksom, om maar te voorkomen dat ik een hond word in mijn volgende leven, langs de gebedsmolens. Met de hoop dat deze mensen het geluk krijgen dat ik heb gekregen door gewoon ergens anders geboren te worden. Al heb ik het idee dat ze dat helemaal niet nodig hebben. Daarom glimlach, straal en buig ik terug naar elke persoon die mij datzelfde genot gunt, in de hoop dat ze me vergeven hun bron van inkomsten te zijn.
Dag 2.
Vandaag heb ik een godin gezien. Nee, ik lieg niet. Een échte, tenminste dat is wat ze hier denken.
Reïncarnatie is iets wat hier leeft, en war mensen naar leven. Maar al is het een mooie gedachte waardoor veel mensen zich goed gedragen, er komen bij mij toch een hoop vraagtekens omhoog bij deze gedachte. Want als je eenmaal in een kaste zit, kom je er maar moeilijk uit, om niet te zeggen dat dit praktisch onmogelijk is.
En ook al dacht ik dat vooral mensen in een lage kaste hier problemen van kunnen ondervinden, ook al lijken ze hier zelf niet erg mee te zitten, vandaag heb ik ontdekt dat ook mensen in een hogere kaste rare dingen meemaken door in die kaste geboren te worden.
Deze zogenaamde godin bijvoorbeeld: de Kumari. Kumari zou een reïncarnatie zijn van de godin Kali, en word als zodanig vereerd. En ook al lijkt dit voor ons sprookjesachtig en mooi, de realiteit is toch wel anders.
Deze reïncarnatie komt altijd uit een hoge kast, van goud of zilversmeden, en word geselecteerd door allerlei procedures. Zo moet de 40 uiterlijke kenmerken bezitten en dus uit deze hoge kaste komen. Één van de belangrijkste criteria lijkt te zijn dat dit meisje nooit bloed verloren mag hebben. Ook moet ze op een bepaalde datum geboren zijn. Na al deze procedures blijft een groep van rond de 40 meisjes van 4 jaar over. Deze worden in een kamer geplaatst waar ze doodsbang worden gemaakt door priesters met maskers en kamers vol met afgehakte dierenhoofden.
Kali, die een nogal vernietigende godin is, zou hier niet bang van worden, en de reïncarnatie zou dus dát meisje zijn dat het minst bang is. Als de keuze is gemaakt wordt ze naar een tempel verhuisd tot ze voor het eerst bloed verliest, zij het door een verwonding, zij het door haar eerste menstruatie. Tot die tijd wordt ze verzorgd en hoeft ze eigenlijk niets te doen. Een leven vol luxe zou je misschien denken, maar het grootste gebrek aan luxe zit hem in het feit dat ze de tempel maar 3 dagen per jaar mag verlaten, tijdens een ceremonie. De rest van de tijd zit ze “gevangen” in dit paleis.
Nadat ze haar eerste bloed verloren heeft word een nieuwe reïncarnatie gezocht, maar de oude Kumari gaat een moeilijk leven tegemoet. Vooral omdat er weinig hoop is op een echtgenoot. Men denkt dat elke man die met een Kumari trouwt binnen 6 maanden komt te overlijden. En het gebrek aan huishoudelijke kennis zorgt ervoor dat ze nog minder gewild is.
Elke dag komt deze godin een paar keer in een raamkozijn staan, net als vandaag. Niet meer dan een paar seconden, om het publiek te zien, of het publiek haar te laten zien.
En in die paar seconden dat haar 7-jarige aangezicht mijn netvlies raakt werd ik me door 1 vraag bezig gehouden. Zou ze weten, begrijpen en zich voelen als een godin? Gezien de leeftijd die ze hebben lijkt me dit, vooral in het begin, niet mogelijk. En de gevangenis waarin ze zit lijkt me dan ook moeilijk te rechtvaardigen zonder in reïncarnatie te geloven.
De verschillen tussen de 2 culturen blijven zich opstapelen, net als mijn verbazing. Zonder keuzes en kansen wordt men hier geboren, en men lijkt er geen enkel probleem mee te hebben. Logisch, want ze weten niet beter. Net als ik.
Dag 4.
Bijna alles is hier extreem, wat tot veel verbazing leidt. Het extreme verschil tussen arm en rijk, het extreme geluid waarmee de 3 gasten in de enkele discotheek overwelmd worden. De grootte van de flessen bier, de extreem lage prijzen, de slechte gesteldheid van de weg en ga zo maar door.
De mensen lijken vooral extremen op te zoeken, maar vandaag werden we overwelmd met de extremen van de natuur. We hebben de stad verlaten en zijn de bergen in gereden. Het is extreem mooi hier. Waarin Nederland elk stukje natuur vertrapt is, vertrapt de natuur hier de mensen.
We zijn hier in het regenseizoen en tot vandaag hebben we daar nog niets van gemerkt. Maar zoals ik al zei, tot vandaag. Halverwege de middag barstte de hel los en ook op dit moment is deze nog bezig.
Met bakken stort het naar beneden en ik heb al 12 keer de bliksem ergens zien inslaan. En met iedere donder trillen de ramen nog 5 seconden na. Al 6 peertjes zijn geknapt, voordat de elektriciteit in het hele gebouw uitviel. Ik kan niets meer dan met open mond genieten, van deze extreme uitbarsting van ons Moedertje Natuur.
Dag 6.
Vandaag de zinderende ervaring van de “grensovergang”. Wat in Europa een kwestie is van gewoon doorrijden, is hier een heel ander verhaal, zoals eigenlijk alles in dit land.
Vandaag zouden we de Nepalese grens overtrekken naar Tibet en van tevoren werden we door onze reisleider al gewaarschuwd door de problemen die dat op zou kunnen leveren. Problemen, vooral veroorzaakt door de chinezen, die hierover gaan. Hij vertelt dat ze meer dan eens moeilijk doen. Door bijvoorbeeld paspoorten niet terug te willen geven, of geldbedragen te eisen voor een overgang. Absurd voor ons, normaal voor hen.
Maar zover waren we nog niet, eerst moesten we de grens nog bereiken. En dat bleek nog niet zo makkelijk te zijn als we dachten. Onderweg werden we al aangehouden door een maoïstisch groeperingen die een geldbedrag wilden voordat we doorreden. We hóefden in principe niet te betalen, maar als we dat niet deden was er grote kans dat de bus niet heelhuids in Kathmandu terug zou keren. Dus werd de bescheiden prijs betaald en reden we verder. Om 6 kilometer voor de grens opgeschrikt te worden door een rij bussen voor ons. Waarom/ Er was een blokkade opgezet, van grote stenen, op een brug. Door een groep die het niet eens was met de Chinese regering. Maar deze blokkade zou binnen het uur verdwenen zijn. Prima, na een foto/plas/rondkijkpauze van een uur konden we weer verder.
Om een kwartier later op de volgende blokkade te stuiten. Waarna ons verteld werd dat er nog meer blokkades waren, en dat we, nog 5 kilometer voor de boeg, moesten gaan lopen. Even was ik bang 5 kilometer met 12 kilo bagage bergopwaarts te moeten banjeren, maar al snel dromden trientallen Nepali zich rond onze bus om onze bagage voor een lachwekkende prijs naar boven te dragen. En al was ik hier in principe een beetje op tegen, het was voor die mensen een maandinkomen wat me overhaalde het toch te doen.
Na een heerlijke wandeling, door prachtig gebied kwamen we dan toch aan bij de grens. Bezweet, moe maar voldaan. Next stop, de grens. De eerste post doorgekomen, maar terwijl ik stond te wachten op de rest zag ik een groepje grenswachters lachend naar me kijken. En al was ik de blikken wel gewend, door mijn witte haar wat nogal ongebruikelijk is, toen een grenswachter mijn kant op kwam lopen en nogmaals mijn paspoort vroeg klopt mijn hart toch iets sneller. Ik moest aan de verhalen denken van de reisleider denken, en vreesde voor m’n paspoort. Maar na een paar blikken op het paspoort en mijn persoontje, die ik niet geheel thuis kon brengen, kreeg ik mijn paspoort terug.
Bij de definitieve grens naar Tibet werd me gevraagd of ik nou een jongen of een meisje was, volgens mij alleen om me te sarren. Ik lachte maar, zij het als een boer met kiespijn.
Ondertussen kon het me niets meer schelen, als mensen zoiets primitiefs als een blokkade van stenen brandende banden en bomen op moeten werpen om hun desgenoegen te laten zien, kan je het voor mij als Chinese regering of regeringsambtenaar niet snel goed maken. En waar de Nepali al mijn respect en lof verdienen, heb ik tot nu toe niet veel positiefs gehoord over de Chinezen om hen hetzelfde te gunnen.
Deze eerste paar dagen waren erg intens. De schok en het gevoel die de verschillen met zich meebrengen probeerde ik wanhopig te verwerken en uit te drukken in woorden. En al is het misschien weinig, het ontbreken van meer bevestigd juist dat het gevoel eigenlijk niet in woorden uit te drukken valt. Zoals dat met veel gevoelens het geval is. Ik zal misschien wat meer kleine momentjes uitschrijven en ze delen, maar de reis heeft veel meer voor mij betekend dan deze momenten. Onbewust koos ik voor dit land omdat ik op zoek was naar iets, al wist ik niet wat dat precies was. Zelfs later, toen het besef kwam dat ik daar iets zocht, wist ik nog niet wat ik nou eigenlijk zocht. Naderhand begin ik steeds meer te begrijpen dat ik het gevonden heb, al weet ik nog niet hoe ik het moet gebruiken. Het dringt langzaam dieper tot me door maar voor dat ik er iets zinnigs over kan zeggen zal het nog dieper in moeten werken.
Wat ik wel weet is dat ik veel te weten ben gekomen over mijzelf en mijn zelfbeeld. Soms met confronterende conclusies. Ook over mijn positie en de structuur van ons gezin ben ik veel te weten gekomen. Met ietwat eveneens confronterende conclusies. Wat dat betreft ben ik blij dat ik nu in Arnhem zit om dit te kunnen reflecteren zonder er direct iedere dag mee geconfronteerd te worden. Om even uit die drukte van thuis te zijn. Drukte die school op een positieve manier van me opvult. Over het algemeen ben ik vooral veel vraagtekens tegengekomen op deze reis. Maar er is veel dat ons land, en ons volk van de mensen daar zou kunnen leren.
Ik heb op een avond een zeer lang en intensief gesprek gehad met de groepsbegeleider(Roeland), die tegen die tijd tot bijna vriendachtige proporties had toegelaten in mijn leven. In dit gesprek hebben we tot diep in de nacht gefilosofeerd over mij, mijn toekomst en de zijne. Naar aanleiding van dit gesprek heb ik ook wat geschreven, datgene wat het meeste indruk heeft gemaakt.
Liefde
Erkenning
Avontuur
Waardering
Vier woorden, niet zomaar willekeurig. De volgorde wel. Mij werd gevraagd ze in een volgorde te zetten, naar hoe ik naar mijn leven kijk, en wat mij de energie geeft om door te gaan.
Het koste me een tijd om dit te bedenken, gezien de grote waardes die aan deze woorden gehecht worden, maar na een tijdje had ik mijn volgorde gereed.
1. Avontuur
Wat mij de meeste energie geeft om door te gaan is avontuur. De wetenschap dat je nooit iets zeker kan weten. Dat het leven wendingen neemt die je jezelf nooit had voorgesteld. En al heeft dat ook zijn enge kanten, ik geniet ervan. Ook van de vervelende wendingen, maar dan meestal pas naderhand.
2./3. Liefde & erkenning
Niet zonder reden, stop ik deze twee bij elkaar. Omdat voor mijn gevoel liefde en erkenning een erg dunne grens kennen. Of misschien zelfs hand in hand door het leven gaan. Liefde heeft voor mij de betekenis dat ik, of iemand mij, volledig accepteert om wie ik ben. Maar wel met een gezonde portie kritiek om mijn negatieve kanten bij te schaven. Zodat ik het avontuur aanga om mijzelf te verbeteren. En te leren kennen.
Maar zonder dat ze me er klakkeloos om veroordelen. Het maakt ten slotte deel van mij uit, en zonder de impuls of de constatering zal ik er niet veel aan doen, tenzij ik het zelf opmerk. Erkenning zit hem vaak in díe dingen. Het accepteren van een persoon en dat erkennen en in vele gevallen uit dat zich dan weer in liefde.
4. Waardering
Al staat hij vierde, hij is niet minder belangrijk dan de eerste. Om niet te zeggen dat ik dit in feite nodig heb om de eerste in toom te houden. Zonder waardering voor de lessen die ik leer zou ik gek worden. Doorrazen in mijn eigen avontuur zonder stil te staan en om me heen te kijken. Want al is het leven één groot avontuur, zonder reflectie en waardering wordt het snel een race waarin je jezelf voorbij rent. En om jezelf daarna in te halen is veel moeite en energie vereist. En vaak is het dan al te laat. Rondrennen als een kip zonder kop moet wel heel vermoeiend zijn.
Ik ben dan ook vaak dankbaar voor de rustige periodes tussen 2 woelige periodes in. Iedereen kent deze periodes en sommige zullen ze afdoen als saai. Maar ik probeer er zoveel mogelijk van te genieten. Je merkt vanzelf wel wanneer je weer aan avontuur toe bent, en dan zoek je die vanzelf wel weer.
Ik heb ontzettend veel van mezelf geleerd, door af te wegen hoe deze begrippen mijn leven omhooghouden en het is in feite een wezenlijke vraag voor ieder mens in deze wereld. Wat geeft jou leven zin?
Waar ik mee eindig is de wetenschap dat deze 4 woorden een leidraad zijn in ieders leven maar dat ik probeer om zo veel mogelijk het evenwicht op te zoeken. Om mijn leven te verrijken zie ik dit zoeken naar een evenwicht dan ook als mijn “avontuur”, het te erkennen en ervan houden als het moment daar is. En de persoon die ik ben zal herkennen en waarderen. En tot die tijd probeer ik te luisteren naar mijn gevoel, die dat evenwicht altijd zal proberen te bereiken.
“Ik ben dankbaar voor dát deel in mijzelf dat me beter leidt dan dat ik zelf leiden kan.”
Op dit moment is hetgeen wat het meest van deze tijd van me afpakt school. Ik draai lange, intensieve dagen, en het huiswerk komt daar nog bij. Op dit moment zit ik 4 dagen per week tot half 6 op school, maar het wordt van kwaad tot erger. Ik heb het jaarrooster al ontvangen, en alle andere kwartalen zit ik iedere dag tot half 6 (of 6 uur) en begin ik vaak om 9 uur.
Hoe dat zal zijn weet ik niet, maar als ik nu thuis kom ben ik afgepeigerd. Te moe om nog boe of bah te zeggen. Psychisch en fysiek vergt het veel van me om de dag door te komen. Het is de druk van plezier. Ik ben continu bezig met dingen die ik leuk vind, of die een uitdaging vormen. Ik ben bezig met het maken van dingen en er word veel gevraagd van mijn creatief vermogen.
Ook is er druk door persoonlijk magnetisme. De meest misplaatste gave, maar vaak geprezen en door veel mensen word er gebruik van gemaakt.
Ook hier kom ik mijzelf en anderen op bekende manier tegen. Gesprekken die ik onvermijdelijk aan lijk te trekken. Alsof ik een soort “vertrouwenspersoon”-gen bezit dat iedere keer in werking treed. Mijn “hier valt iets aan te doen”mentaliteit neemt het over en veel mensen merken dat. Ik word overspoeld met persoonlijk leed, twijfels en constateringen, door anderen wel te verstaan.
Maar op een rare manier voed het me. Het geeft mij een reden om ergens aan te werken. Vooruitgang te boeken, een oplossing te zoeken, een streven te hebben of gewoon luisteren omdat dat soms meer helpt dan commentaar.
Maar al is het soms zwaar, ik zit hier nu 2 maanden op school en voel me prima thuis, heb vrienden gemaakt en gezien dat ik, als persoon, veranderd ben. En een andere plek in een groep aanneem dan voorheen. Ik word erg geconfronteerd met mijn minpunten maar krijg de goede stimulans om daar aan te werken. En het besef dat ik iets bereikt heb als ik merk dat me na tig keer oefenen en proberen iets is gelukt is veel groter.
Op hetzelfde moment komen mijn pluspunten ook aan bod, en ik merk dat ik veel voldoening krijg om dit te delen en iemand anders ermee te helpen, zonder dat ik mijzelf probeer op te dringen. Ik zeg proberen, omdat mij wel eens verweten is dat dát iets is waar ik in door kan slaan, en ik weet niet of dit ondertussen al wat veranderd is omdat er bijna geen mensen uit mijn vroegere omgeving lang genoeg bij me in de buurt zijn geweest om hierop te reflecteren.
Voornamelijk omdat ik weinig meer uit Nieuwegein hoor, sommige mensen hebben nog wel iets laten horen nadat de zomervakantie begonnen is, maar van anderen heb ik al maanden geen levensteken meer ontvangen. En ik weet dat dat ook deels mijn eigen schuld is, maar gelukkig begin ik ondertussen aan het ritme gewend te raken. Het gebrek van internet en telefoon helpt ook niet echt mee.
Maar aangezien ik hoop dat dit binnenkort verandert, hou ik nu even op. Er is genoeg gezegd, zou ik zo zeggen. Ik heb weer eventjes wat van me laten horen, en dan nu weer verder met het volgende avontuur.
“Grote wetenschappers zoals Einstein, erkennen de kracht van hun intuïtie (en de rust en ontspanning die ervoor nodig zijn om ermee in verbinding te komen). Lao-Tse zei vierduizend jaar geleden: ‘De wijze richt zich op dingen die de menigte niet ziet.’ Grote leiders zoals Boeddha en Christus waren Intuïtief begaafd. Zij gaven de mensen richting en geloof. Ze wisten waar de mens naartoe moest en gaven de stappen aan die hen en hun volgelingen naar verlichting en vrijheid brachten - en ook nu nog brengen. Hoewel hun diepe inzichten en vermogensniet ter discussie staan, komt het nog vaak voor dat er botsingen tussen mensen plaatsvinden. Maar als we bedenken dat iedereen onbewust veelvuldig handelt vanuit een gevoel waar geen denken aan te pas komt, komt dit vermogen al veel dichterbij. Er zijn talloze voorbeelden die laten zien dat we “buitenzintuiglijke” indrukken in ons sturen in de keuzes die we maken. Alleen al in de keuze van onze vriendschappen en liefdespartner handelen we op basis van een onzichtbare, energetische uitstraling. “
Einde Bericht #216