(no subject)

Nov 11, 2008 16:03

Oh ja, Nano is ook weer begonnen.. geen spannende 'ik-heb-er-zin-in'-posts in oktober dit jaar, maar nu ik eindelijk een 'hoofdstuk' af is, moet ik het toch maar posten! Heb zelf nog helemaal niets kunnen lezen, dat komt in december hopelijk wel.. De allereerste scene is hopeloos slecht, daarna wordt het wat beter, vind ik zelf :)



Nora, week 1

Nora voelde de tranen zich achter haar ogen verdringen, maar ze weigerde om toe te geven aan de druk om maar gewoon in huilen uit te barsten. Niet weer, dit had ze al zo vaak gedaan… vandaag gunde ze het hem niet. Ze had zich gisteren nog voorgenomen om alles helemaal anders te gaan doen, en dat zou niet lukken als hij haar voor de zoveelste keer aan het huilen wist te maken.
“Het is niet waar wat je zegt,” zei ze zo kalm mogelijk, maar aan zijn blik zag ze dat hij heus wel wist hoe ze zich voelde en wat ze probeerde te vermijden. “Ik heb die jongen echt niet aangemoedigd, ik kan er toch niets aan doen dat hij dacht dat ik single was?”
Ze wou dat ze iets durfde te zeggen over het feit dat ze alleen was geweest en dat dit misschien niet gebeurd zou zijn als hij er bij was geweest, maar teveel tegelijk veranderen was ook een beetje eng.
“Jawel, ik heb heus wel gehoord hoe je met hem praatte en lachte en hem steeds voorzichtig aanraakte… je weet toch dat ik overal mensen ken? Dom van je, om dan toch met iemand anders te gaan flirten. Ik had je slimmer ingeschat dan dit, Nora. Je weet toch dat ik niet van ontrouwe meisjes houd, dat ik zo vaak gekwetst ben dat ik nog maar weinig verdraag? Waarom houd je geen rekening met mij, ik houd toch ook rekening met jou?”
Weer wilde Nora dat ze kon ontkennen wat hij zei, maar ze durfde niet. Nu was hij nog redelijk rustig… wat als hij zometeen begon te schreeuwen, of misschien zelfs te slaan? Het zou niet de eerste keer zijn. Dat kon ze nu echt niet hebben, vandaag was juist zo’n goede dag geweest. Niet voor de eerste keer vroeg ze zich af waarom hij dat nu allemaal weer ging verpesten, alleen omdat een van zijn vele ‘vrienden’ haar met een jongen had zien praten. Ze was stom geweest, daar had hij wel gelijk in, ze had moeten weten dat er mensen in de buurt waren en dat deze informatie op de een of andere manier weer bij hem terecht zou komen. Ze wist toch hoe hij was, ze kende hem al zo lang…
“Het spijt me, echt. Het zal niet meer gebeuren. Maar ik zweer je, er was niets aan de hand, ik heb even met hem gepraat en dat was alles. Misschien dat je vrienden het verkeerd hebben gezien, misschien dat ze te ver weg stonden om precies te zien wat er gebeurde, want er gebeurde dus helemaal niets…”
Terwijl ze nog praatte zag ze al dat het verkeerd was, maar ze moest blijven praten, ze kon niet gewoon ophouden want dan zou hij haar alleen maar verdachter vinden… zodra ze de woorden ‘misschien dat je vrienden het verkeerd hebben gezien’ had uitgesproken, was het al mis gegaan en eigenlijk wist ze ook wel dat er nu niets meer kon helpen. Waarom ging het altijd fout? Waarom kon ze hem niet gewoon rustig en gelukkig houden, zoals hij zo graag wilde?
“Stomme trut,” gromde hij, “Hoe durf je dat te zeggen? Mijn vrienden zijn tenminste te vertrouwen, in tegenstelling tot jij…”
Nora dook weg, maar ze was net iets te laat en voelde zijn hand langs haar hoofd schampen. Het deed geen pijn, net niet, maar de tranen die zojuist al zo hoog hadden gezeten stroomden nu echt over haar wangen. Waarom deed hij dit? Ze deed zo haar best, ze wilde het echt, ze hield echt van hem en hij ook van haar, maar dat leek hij maar niet te begrijpen…
“Wat heb je allemaal met die jongen gedaan, he? Waar liepen jullie heen, toen jullie naar buiten gingen, samen? Ze zeiden dat jullie dicht tegen elkaar aan liepen en dat je hand op zijn schouder lag, wat fluisterde je in zijn oor? Waarom lieg je erover, mijn vrienden weten toch wat ze gezien hebben?”
Elke vraag ging vergezeld van een klap, en Nora maakte zich zo klein mogelijk terwijl de tranen over haar wangen stroomden. Het had geen zin om nu te antwoorden, hij zou toch niet luisteren naar haar… hij luisterde alleen naar ‘ze’, naar ‘zijn vrienden’, terwijl hij toch zou kunnen weten dat die een hekel aan haar hadden en alles zouden doen om hen uit elkaar te trekken. Ze wilde heus wel voor hem vechten, maar wat als hij haar de kans niet gaf? Het enige wat ze de laatste tijd deden was met elkaar vechten. Of nou ja, hij met haar… ze zou hem nooit terug willen slaan. En hij sloeg haar ook niet hard, anders was ze allang bij hem weg geweest, het was gewoon zijn manier om frustratie kwijt te raken.
“Zeg nou eens wat! Luister je eigenlijk wel naar me, of denk je alleen aan hem?” gilde hij, en nu schrok Nora pas echt. Waarom hield hij niet op, nu zijn eerste frustratie weg was? Waarom begon hij nu met zijn vuisten op haar gebogen rug te slaan? Wat was er vandaag anders dan eergisteren, en vorige week, en alle keren vorige maand?
“Laat me met rust!” riep ze uiteindelijk, de eerste keer dat ze iets terug durfde te zeggen. “Ik heb niets gedaan, ik heb hem met geen vinger aangeraakt! Je vrienden liegen keihard, ze haten me, ik weet niet waarom want ik heb ze nooit iets misdaan, waarschijnlijk zijn ze gewoon jaloers op alle aandacht die je me geeft… en jij snapt het niet eens, je ziet alleen maar hun goede kant. Waarom begrijp je niet dat ik van je houd, eikel? Veel meer dan zij ooit zullen doen, want het zijn mannen en ze begrijpen je niet, alleen ik begrijp je… maar het enige wat je doet is me slaan en tegen me schreeuwen!”
Hij leek zo geschrokken te zijn van haar uitbarsting dat hij verstijfde, met zijn armen opgeheven in een houding die anders belachelijk geweest zou zijn. Toen hoorde Nora plotseling het gebons op de deur, wat haar nog niet opgevallen was door het lawaai wat ze allebei hadden gemaakt. Was hij gestopt omdat ze eindelijk iets terug zei, of omdat de buren na maanden eindelijk eens door leken te hebben dat het niet goed was wat er hier aan de hand was?
“Doe open, nu onmiddellijk, of ik laat iemand de deur intrappen!” riep een vrouwenstem van de andere kant van de deur. Nora keek Ronald even aan, maar hij leek niet in staat om rustig open te doen, al had hij wel zijn armen laten zakken. Ze kwam voorzichtig overeind en deed haar best om haar rug niet teveel te forceren, want die had zojuist flink wat te verduren gehad… even keek ze in de spiegel die tegenover de deur hing, maar er was weinig te zien van wat er net was gebeurd, behalve dan dat haar wangen rood waren. Misschien, als je heel goed keek, dat je kon zien dat zich een blauw oog begon te vormen… maar daar was nu niets aan te doen. Ze liep vlug naar de deur, aarzelde even en gooide hem toen snel open.
Zelfs als ze tijd had gehad om na te denken over wie er aan de andere kant van de deur zou kunnen staan, had ze dit nooit verwacht.
“Sanne?” riep ze verbaasd, maar haar zus zei niets. Het enige wat Sanne deed was Nora’s arm stevig beetpakken en vlug weglopen van de deur. Vanuit een reflex liep Nora de eerste paar meters mee, maar zodra ze zich realiseerde wat er gebeurde stopte ze onmiddellijk en keek haar zus verbaasd aan.
“Wat doe je nu?”
“Je gaat met mij mee. Het kan me niet schelen wat je te zeggen hebt, Nora, ik laat je niet langer daar binnen bij die maniak… ik heb al lang genoeg aan moeten horen hoe lief hij voor je is als niemand het ziet en al lang genoeg moeten toekijken hoe je af en toe van die onverklaarbare blauwe plekken had. Als niemand anders dit doet, als je zelf niet verstandig genoeg bent om bij hem weg te lopen, dan doe ik het wel voor je. En snel nu, want…”
Nog voor Sanne haar zin af had kunnen maken, gebeurde dat waar ze waarschijnlijk bang voor was geweest.
“Waar denk jij heen te gaan?” riep Ronald boos, en toen Nora achterom keek zag ze hem in de deuropening staan. Zelfs nu, nu hij haar net geslagen had en ze Sannes boze woorden had gehoord, vond ze hem nog aantrekkelijk… hij was gewoon zo mannelijk, zo knap, hij kon haar beschermen tegen alles, wat zou ze zonder hem moeten? Natuurlijk, het was niet goed dat hij haar sloeg, maar had ze het er niet zelf een beetje naar gemaakt? En was hij niet ook eigenlijk heel goed voor haar?
“Kom mee, nu!” riep Sanne, maar tegelijkertijd riep Ronald “Kom hier, nu!” en even wist Nora niet waar ze heen moest. Het voelde vreemd om plotseling zo belangrijk te zijn dat twee mensen heel graag wilde dat ze deed wat diegene zei. Haar zus, of haar vriend? Ze had tijd nodig om na te denken, maar ze wist dat ze dat niet zou krijgen… en op de een of andere manier voelde dit moment heel definitief, alsof ze voor eeuwig vast zou zitten aan de keuze die ze nu zou maken.
“Alsjeblieft, vertrouw me, Nora. Je weet toch dat ik het beste met je voor heb? Ik zorg al twintig jaar voor je, zo’n beetje, en ik was niet van plan om er nu mee te gaan stoppen. Je moet weg bij hem en eens goed nadenken over wie je bent en wie je wil zijn, in plaats van constant geslagen te worden zodra je ook maar met je gedachten buiten de grenzen komt die hij voor je heeft opgesteld,” zei Sanne, met een smekende ondertoon in haar stem. Nora keek haar zus aan en zag zoveel bezorgdheid in haar ogen dat ze bijna direct meeging, maar ze keek toch nog even achterom… en de haat die ze daar in Ronalds ogen zag, deed haar zo schrikken dat ze zich eindelijk echt omdraaide en met Sanne meeliep.
Ergens hoopte ze dat hij achter haar aan zou komen, maar natuurlijk deed hij dat niet, want dat zou dan de eerste keer zijn geweest dat hij echt moeite voor haar had gedaan.
***
“Welke smaak thee wil je?” vroeg Sanne, zo zachtjes dat Nora haar in eerste instantie niet eens hoorde. Ze zat uit het raam van Sannes appartement te staren, naar de Amstel die schitterde in de zon, en voor het eerst in maanden waren haar gedachten bijna leeg… maar nee, ze werd geacht om na te denken over welke smaak thee ze wilde, en ‘doe maar iets’ was waarschijnlijk niet het juiste antwoord.
“Sterrenmunt, als je dat hebt?”
“Goed idee, dat is lekker kalmerend… ik kom zo bij je, blijf rustig zitten,” zei Sanne terwijl ze de gang op liep. Dat laatste had ze niet eens hoeven zeggen, want Nora had niet het idee dat ze de komende uren, dagen, weken ergens heen zou gaan. Ze had de hele weg in de auto zitten huilen, maar op het moment dat ze Sannes huis binnen was gelopen was dat weer opgehouden, en nu was ze eigenlijk alleen maar heel erg moe. Dit was altijd een plek geweest waar ze tot rust kon komen, waar ze de ruzies van haar ouders kon ontvluchten en waar de pesterijen van andere kinderen haar niet konden bereiken. De laatste maanden was ze hier niet meer geweest… en dat was geen toeval, ook al probeerde haar hart haar hoofd dat wijs te maken, Ronald had gewoon niet gewild dat ze hier zou komen. Waarschijnlijk had hij op de een of andere manier wel aangevoeld dat Sanne een verstandige oudere zus was die haar zusje nooit in de klauwen van een foute man zou laten zitten. En daar had hij inderdaad gelijk in gehad. Uiteindelijk was Sanne haar dan toch komen redden, al wist Nora niet zeker of ze eigenlijk wel gered wilde worden. Wilde ze bij hem weg? Had ze redenen om bij hem weg te gaan? Sanne zou vast vinden dat die er wel waren… maar Sanne was Sanne, en had nog nooit een serieuze vriend gehad. Het zou gemeen zijn om daar een opmerking over te maken, a la ‘je begrijpt het toch niet, want je kent het zelf niet’, maar stiekem dacht Nora er wel steeds aan. Zou Sanne anders gehandeld hebben als ze wist hoe het was om ontzettend veel van iemand te houden en toch nooit goed genoeg te zijn voor diegene? Zou ze dan weten hoe het voelde als andere mensen die persoon constant belasterden, terwijl jij heus al zijn goede kanten kende?
“Lieve Nora, denk nu niet zoveel na… straks overtuig je jezelf er nog van dat je beter naar hem terug kan gaan, en dat zou echt ontzettend dom zijn.”
“Wat ken je me toch goed,” verzuchtte Nora met een glimlach, maar erg blij was ze er niet mee.
“Hij slaat je, hij vertrouwt je niet, hij denkt dat je vreemdgaat, hij probeert je weg te houden van je eigen vrienden, hij wil niet dat je contact krijgt met andere mensen,” somde Sanne op, en Nora kon niets anders dan knikken. Ja, natuurlijk, het was ook wel zo… maar toch!
“Ik zie je knikken en tegelijkertijd denken ‘ja maar’, maar ik heb toch echt gelijk. Je kunt er niets tegenin brengen. Dus waarom zou je nog bij hem blijven, lief zusje? Hij is niet goed genoeg voor jou, lang niet, je verdient iemand die veel beter is. Iemand die je kan vertrouwen, iemand die lief voor je is, niet alleen als jullie met z’n tweeën zijn maar ook als er mensen bij zijn. Waarom zie je dat nu niet?”
“Maar…” begon Nora, en ze zag haar zus vol verwachting naar haar kijken, maar ze wist eigenlijk niet goed wat ze wilde zeggen. Ze moest Ronald verdedigen, maar hoe? En waarom had ze eigenlijk het gevoel dat ze hem moest verdedigen? Ze wist heus wel dat andere meisjes alle fouten van hun vriend bespraken met hun vriendinnen, maar zij had dat nooit gedurfd. Niet Ronalds fouten, al wist ze heus wel dat die er waren, want wat zou hij er wel niet van vinden? Wat als hij er ooit achter zou komen? Hij zou het oneerlijk vinden, hij zou haar nooit meer vertrouwen want hij was al zoveel gekwetst in zijn verleden, door al zijn vorige vriendinnen die waren vreemdgegaan of over hem hadden geroddeld of zelfs zijn kind bij hem uit de buurt hadden gehouden. Zo had zij nooit willen worden, maar aan de andere kant, hoe kon ze hem verdedigen? Sanne zou het niet begrijpen.
“Je weet niet eens wat je moet zeggen… het is zo frustrerend, weet je, om toe te moeten kijken hoe hij je leven verpest. Het was al niet zo fantastisch, dat weet ik, maar dat betekent niet dat je naar elke mogelijke oplossing moet grijpen en moet blijven hangen alsof het de enige optie is. Er zijn zoveel dingen die je zou kunnen doen met je leven, zoveel mannen die je zou kunnen ontmoeten, maar jij blijft bij die ene rotte appel hangen.”
“Genoeg,” zei Nora zachtjes, “Ik weet heus wel dat je ergens wel gelijk hebt, maar het is zo moeilijk… ik houd van hem en dat begrijp je niet, dat weet ik, maar het is toch zo. Mijn hart zegt heel iets anders dan mijn hoofd en is veel sterker, geef me alsjeblieft een beetje rust nu, ik kan niet meer…”
“Sorry,” zei Sanne, “Maar je moet wel begrijpen dat het voor mij ook moeilijk is. Ik zal een deken voor je halen en de gordijnen dicht doen, misschien dat je dan een beetje kunt slapen. Ik moet zo naar mijn werk, denk je dat dat gaat? Ik kan ook wel afbellen…”
“Nee, dat kan je niet, ze hebben geen vervanging voor je en de kinderen hebben je harder nodig dan ik. Ga maar, ik doe heus geen rare dingen, ik ben niet helemaal gek…”
“Goed dan,” zei Sanne, en ze stond op en gaf Nora een kus op haar voorhoofd. “Doe dan maar even lekker rustig aan, zusje van me, dan praten we vanavond wel verder.”
***
“Doei!” riep Sanne, maar Nora deed alsof ze sliep en riep dus niets terug. Ze hoorde de voordeur van Sannes huis dichtslaan en weerstond de verleiding om op te staan en uit het raam te kijken om te zien wanneer Sanne echt wegfietste. Rustig aan, het had geen haast… ze was al uren bij Ronald weg, een paar minuten meer of minder zou nu ook niet meer uitmaken. Ze vroeg zich af hoe het met hem zou gaan, zou hij verdrietig zijn? Zou hij haar al missen? Hij had haar nog niet gebeld, maar misschien durfde hij niet… zij was tenslotte degene die was weggegaan, niet hij. Maar misschien zou hij nu eindelijk inzien dat hij haar niet zomaar kon slaan, dat hij andere manieren moest vinden om zijn frustratie te uiten. Misschien kon ze een boksbal voor hem kopen, dan zou hij dat ding voortaan kunnen slaan… dan zouden ze weer gelukkig zijn samen, zoals in het begin. Toen had niemand commentaar op Ronald, zelfs Sanne niet. Ergens diep van binnen moest hij toch nog steeds die leuke, spontane jongen zijn die haar zo gelukkig had gemaakt dat ze het tegen iedereen wilde vertellen?
Rustig telde ze tot honderd, tweehonderd, en voor de zekerheid ook maar driehonderd. Vijf minuten, minstens, dat was toch wel genoeg tijd voor Sanne om haar fiets te pakken en de straat uit te fietsen? En zelfs al stond Sanne nog steeds voor de deur, dan zou ze het echt niet merken als Nora nu opstond en haar jas pakte…
Nora gooide de deken van zich af en kwam overeind. Ze had haar jas in de gang neergesmeten toen ze hier binnen kwam met de tranen nog op haar wangen, maar Sanne kennende zou hij nu wel netjes aan de kapstok hangen. Een vlugge blik in de gang leerde ze dat ze haar zus nog steeds goed kende, ondanks dat ze elkaar de laatste tijd zo weinig hadden gezien.
Ze liep vlug naar haar jas toe en trok die aan. Onmiddellijk viel het haar op dat ze iets miste… haar rechterzak hoorde zwaarder te zijn dan de linker, met dank aan de grote portemonnee die ze altijd bij zich droeg. Alles zat daar in, haar geld, haar ID, haar OV-kaart, pasfoto’s, strippenkaarten, alles… maar nu voelde ze niets. Hoe kon dat? Ze had haar portemonnee toch niet bij Ronald laten liggen? Nee, dat kon niet… ze greep in haar zak, voor het geval ze zich vergiste in het gewicht, maar het enige wat ze voelde was een papiertje. Dat zou wel een bonnetje zijn… ze haalde het uit haar zak, en herkende verbaasd het handschrift van Sanne. Een briefje? Ah…
“Verdomme, trut!” zei ze hardop, en de tranen kwamen weer naar boven.
Lieve Nora, ik weet heus wel dat je nu naar hem toe wil gaan, maar je moet het echt niet doen. Neem een poosje rust, in ieder geval een week, en denk er dan nog eens over na. Het is een beetje kinderachtig om je spullen af te pakken, dat geef ik toe, maar soms moeten mensen dit soort flauwe dingen doen voor de goede zaak. Ga maar lekker een film kijken, ik ben vanavond weer terug. ‘The Green Mile’ is erg mooi. Liefs van je grote zus.
***
“Goed dan,” zei Sanne met een zucht. “Het is een week geleden, dat geef ik toe. Ik kan niets anders meer doen of zeggen… ik heb het beloofd, en als je echt denkt dat je hem nog iets te zeggen hebt, dan hou ik je niet langer meer tegen. Hier is je portemonnee, hier zijn je sleutels en hier is je telefoon. Overigens zonder gemiste oproepen van hem, dus ik weet niet of hij je überhaupt nog wil zien, maar je moet het zelf weten. Ik heb mijn best gedaan.”
Nora vond het vreselijk om haar grote zus zo verslagen te zien, maar ze kon echt niet anders. Ze moest weten hoe het met Ronald ging, of hij haar miste…
“Ik wil alleen maar weten of de mogelijkheid bestaat dat hij me beter gaat behandelen. Ik heb goed naar je geluisterd afgelopen week, echt waar, maar… ik moet het toch proberen, hij is heus goed voor me geweest. Ik kan dit niet zomaar weggooien. Ik beloof dat ik om zal keren en nooit meer terug zal gaan als hij me straks uitlacht of op een andere manier laat merken dat hij dit probleem niet serieus neemt, maar af en toe moet je aan relaties werken, anders zullen het nooit goede relaties worden.”
“Ik hoop het maar,” zei Sanne, maar aan haar gezicht was te zien dat ze er niets van geloofde.
“Succes, zusje, en je weet dat je me altijd kunt bellen en dat je hier altijd welkom bent.”
“Dat weet ik, en dankjewel,” zei Nora, en ze omhelsde haar zus een laatste keer. Ze keek nog even achterom, naar de kamer waar ze de afgelopen week fulltime had gezeten, en ze was blij dat ze weer de wijde wereld in mocht. Vaak genoeg had ze gedacht dat Sanne haar eigenlijk net zo goed of slecht behandelde als Ronald… beiden belemmerden haar om te doen wat ze wilde. Sanne deed het omdat ze van haar hield, maar Ronald toch eigenlijk ook? Ze had deze discussie niet met Sanne willen voeren, al wist ze zelf niet precies waarom, want haar standpunt klonk heel redelijk. Misschien later. Ze moest nu eerst naar Ronald toe.
Eenmaal buiten liep ze vastbesloten naar de dichtstbijzijnde tramhalte, waar toevallig ook de tram richting het centrum en dus richting Ronalds huis stopte. En dat was ook de tram richting de universiteit, waar ze de afgelopen week uiteraard niet geweest was. Gelukkig was het ergens halverwege het semester en zou ze waarschijnlijk niet erg gemist worden, ook niet door haar medestudenten. Toch zou het goed zijn om haar gezicht daar weer eens te laten zien binnenkort.
De tramreis duurde niet lang, en voor ze het wist stond ze voor de deur waar ze een week geleden zo halsoverkop vertrokken was. De zenuwen gierden inmiddels door haar lijf. Wat zou er gebeuren zometeen? Ze was zo dapper geweest net, ze had vol overtuiging tegen Sanne gezegd dat ze eerlijk zou zijn en beloftes zou eisen, maar nu ze hier was wilde ze eigenlijk alleen maar in zijn armen kruipen en dat alles goed was…
Maar ze moest hier niet blijven aarzelen. Ze moest sterk zijn, een vrouw waar Sanne trots op kon zijn, waar ze zelf ook trots op kon zijn. Ronald zou het alleen maar waarderen als ze eerlijk was.
Ze haalde diep adem en had haar vinger al bij de bel, toen ze plotseling stemmen hoorde achter de deur. Stemmen, dat kon alleen maar betekenen… instinctief wilde ze wegrennen, maar ze was al te laat, ze kon zich onmogelijk nog ergens achter verstoppen voordat de deur open zou gaan.
“Mmm, kom laat me je nog één zoen geven, voor ik…” zei een vrouwenstem terwijl de deur openging, maar ze werd onderbroken door twee uitroepen van verbazing. Nora wilde maar dat ze naar haar instinct had geluisterd en toch was weggerend, ook al had ze er belachelijk uit gezien, dan had ze in ieder geval niet in deze situatie gezeten. Haar enige troost was dat Ronald er net zo verbaasd en belachelijk uit zag als zei… maar zelfs die troost verdween al snel.
“Wat doe jij hier nou weer?” zei hij wreed, “Heb je er nog niet genoeg van gehad? Ik dacht dat je brave grote zus je was komen redden van de grote enge man? Denk maar niet dat ik hier op je heb zitten wachten… ik heb wel wat beters te doen, is het niet, schatje?”
Dat ‘schatje’ was uiteraard niet aan Nora gericht, maar aan de bloedmooie vrouw naast hem. Allerlei vragen speelden door Nora’s hoofd, maar ze wist dat ze ze niet moest stellen… hij was het niet waard. Sanne had toch gelijk gehad. Hoe kon hij haar dit aandoen? Wie was zij, en hoe lang kende hij haar al?
“Ga weg, Nora, je hebt hier niets meer te zoeken,” zei hij, en ze zag weer de blik in zijn ogen waar ze altijd zo bang voor was geweest. Toch kon ze niet zomaar weggaan. Wat vond die vrouw ervan? Ze kon zich niet voorstellen dat hij dit soort dingen tegen iemand had gezegd waar zij bij was…
“Ze valt me een beetje tegen, schatje, ik dacht dat ze mooier was. Waarom ben je in vredesnaam nog zo lang bij haar gebleven?” zei de vrouw. Ergens diep van binnen bedacht Nora dat dit wel heel erg op een film leek… zo eentje die uiteindelijk een happy end had en waarin de vrouwelijke hoofdpersoon nu heel snel een heel knappe man ging ontmoeten, die wel goed voor haar was. Pas toen Ronald dreigend “Wat lach je nou?” vroeg, realiseerde Nora zich dat die gedachte misschien toch niet zo diep van binnen zat, maar hoog genoeg om daadwerkelijk een glimlach op haar gezicht te toveren. Goed, dan kon hij in ieder geval niet zien hoeveel pijn dit eigenlijk deed.
“Niks, ik ben gewoon blij dat ik eindelijk van je af ben, en ik hoop dat zij heel snel de blauwe plekken krijgt waar ik nu nooit meer last van zal hebben.”
Nora had geen flauw idee waar die prachtige zin vandaan kwam, maar een korte blik op het gezicht van de vrouw naast Ronald leerde haar dat hij in ieder geval erg overtuigend had geklonken. Mooi. Ze draaide zich om en begon te lopen, en gelukkig hield geen van de personen in de deuropening haar tegen, want ze was nog geen tien meter verder toen de tranen over haar gezicht stroomden. Voorbij… nu was alles dan echt voorbij. Alle liefde, al het plezier, alle leuke dingen in haar leven waren voorbij, ze had alleen Sanne nog en verder niemand meer… hoe had ze dit kunnen doen? Maar nee, dit was toch echt iets waar zij niets aan kon doen, hij was degene die bij haar weg was gegaan, hij had niet eens voor haar willen vechten. Sanne had het al gezegd, hij had haar niet eens gebeld, niet eens een poging willen doen om erachter te komen of ze hem miste…
Maar toch, zij was degene die weg was gegaan. Hij had toch zeker het volste recht om dan een andere vriendin te zoeken? Ze had een week lang niets van zich laten horen… ze kon hem dat toch moeilijk kwalijk nemen? Ze was hem kwijt geraakt, en dat was allemaal Sannes schuld. Hoe goed haar zus het ook had bedoeld, ze had het toch niet helemaal begrepen en nu was Ronald voor altijd buiten haar bereik…
“Gaat het?” vroeg plotseling iemand, en geschrokken keek Nora op. Was het een bekende, iemand die haar had zien huilen en nu allerlei moeilijke vragen ging stellen? Hoe kon ze uitleggen dat ze zo verdrietig was vanwege de vriend die ze in gezelschap altijd zo had opgehemeld?
Maar nee… ze keek in twee onbekende groene ogen die haar meelevend en een beetje nieuwsgierig aankeken. Voor haar stond een knappe jonge man van een jaar of 25 met donker haar en de schaduw van een baard, en voor zover ze wist had ze hem nog nooit van haar leven gezien.
“Sorry, het is misschien een beetje een vreemde vraag… maar je ziet er zo diep ongelukkig uit, dat ik even niets anders kon. Als je nu zoiets hebt van ‘waar bemoeit hij zich mee’ dan zal ik wel weer doorlopen en proberen je te vergeten, maar ik dacht, misschien heb je wel behoefte aan… iets, ik weet het eigenlijk niet precies.”
Nora wist dat ze hem eigenlijk vervelend zou moeten vinden, en veel te nieuwsgierig, maar eigenlijk vond ze zijn gestuntel wel schattig. Bovendien, als ze daadwerkelijk in een film beland was, zoals ze net had gedacht, dan verdiende ze deze jongen en zou hij heel goed voor haar zijn… ze mocht natuurlijk niet te hard van stapel lopen, maar eigenlijk had ze wel behoefte aan gezelschap, en buiten Sanne was er niemand waar ze nu naartoe zou gaan. Waarom zou ze niet eens dapper zijn, zoals ze zich vanochtend had voorgenomen toen ze in de tram was gestapt?
“Hoi, ik ben Nora,” zei ze met een glimlach, en ze probeerde de tranen onopvallend van haar wangen te vegen. Al wist ze eigenlijk niet waarom ze dat onopvallend zou willen doen, aangezien hij natuurlijk allang had gezien dat ze huilde en dat hem blijkbaar niet had afgeschrokken, juist niet…
“Ik ben Luuk, aangenaam,” zei hij met een glimlach, en ze voelde plotseling kriebels in haar buik. Wat was dit nu weer voor onzin? Ze had zojuist gezien hoe haar vriend… nee, ex-vriend, met een mooie vrouw klef stond te doen, nog geen week nadat ze elkaar voor het laatst hadden gezien. Ze hoorde ongelukkig te zijn en zeker niet geïnteresseerd in andere mannen, maar Luuk had een soort aantrekkingskracht… ze wist niet wat het was, maar ze wilde hem beter leren kennen. Misschien dat haar leven dan toch gewoon een film was, of dat het universum eindelijk had besloten dat ze wel iets goeds verdiende. Hoe dan ook, op de een of andere manier zou ze van vandaag nog iets goeds maken.
“En om op je eerdere vraag te antwoorden… ja, het gaat wel. Ik ben zojuist tot de conclusie gekomen dat mijn relatie toch echt over is, en dat is een beetje een heftige realisatie zo op de vroege morgen, maar ik denk dat het op de lange termijn wel goed voor me zal zijn.”
Dat was veel meer informatie dan Nora eigenlijk had willen geven, maar tot haar verbazing leek Luuk er niet door te worden afgeschrikt. Het moest voor hem toch overduidelijk zijn dat hij nooit meer zou kunnen worden dan een rebound-jongen? Of had hij soms niet alle tijdschriften gelezen waarin aan vrouwen wordt uitgelegd waarom ze doen wat ze doen?
“Dat is inderdaad een zwaar begin van de dag,” zei Luuk peinzend, maar toen Nora opkeek zag ze dat hij glimlachte. Blijkbaar klonk ze minder hopeloos dan ze zelf dacht. “Ik kan je nu wel van alles daarover gaan vragen, en als je zin hebt om erover te praten dan mag dat natuurlijk ook, maar ik kan me ook goed voorstellen dat je het liever over iets anders hebt. Als je tenminste überhaupt met me wil praten, dat heb ik nog niet eens gevraagd, wat onbeleefd van me!”
Al na een minuut met elkaar praten kon Nora tot de conclusie komen dat Luuk absoluut een beetje gestoord was, maar wel op een prettige manier. Het was wel heel dapper, om zomaar op een onbekend huilend meisje af te stappen. Zou hij van tevoren hebben geweten dat hij haar wel weer aan het lachen zou krijgen? Dan was het misschien wat minder dapper… maar nee, dat soort dingen kun je natuurlijk nooit van tevoren weten. Hij kende haar tenslotte niet.
“Als ik niet met je wilde praten zou ik er ondertussen wel mee gestopt zijn,” zei ze met een glimlach, en gelukkig vatte hij die inderdaad op als een soort van aanmoediging. “En ik wil het inderdaad liever niet over mezelf hebben nu, of in ieder geval niet over die eikel die… nee, daar ging ik het dus niet over hebben. Vertel eens iets over jezelf? Iets leuks?”
“Ik ben zojuist werkeloos geworden,” zei Luuk, zonder er zelfs maar over na te denken, alsof hij die vraag al verwacht had. “Vandaar dat ik hier zomaar een beetje over straat loop op een doodgewone doordeweekse ochtend. Misschien dat ik ook wel aan het huilen was geweest, als ik een meisje was geweest… hoewel, nee, zo heel ongelukkig ben ik er niet over, want op de een of andere manier lijkt alles weer helemaal open te liggen. Tenslotte ben ik nog jong en komen er nog genoeg kansen!”
Nora wist niet of hij het zo bedoeld had, maar het voelde een beetje alsof hij haar eigen leven nu beschreef. Ja, ze had even niets beters te doen, haar leven was nu een beetje leeg, zonder Ronald… maar aan de andere kant kon ze nu ook alles doen wat ze wilde. Zoals…
“Als je toch werkeloos bent, heb je nu vast wel even tijd voor me, of niet? Ik weet hier in de buurt een leuk café waar ze heerlijke warme chocolademelk hebben.”
“Klinkt goed!” zei Luuk. En terwijl ze richting het café liepen, deed Nora iets wat nu eindelijk kon… heel voorzichtig maar nonchalant lijkend botste ze even tegen hem op, zodat ze zijn arm tegen de hare voelde. Misschien verbeeldde ze het zich, maar het leek alsof ze zijn lichaamswarmte kon voelen.
***

nano 2008

Previous post Next post
Up