het daarjuist tot stand gekomen contact verbreken? amputeren en dichtschroeien voor het gaat bloeden? afknijpen, uitsnijden, deze anomalie uit de tijd van de kalverliefdes en de smartelijke jammerklachten en het pathos? zou dat geen moord zijn? zou dat niet zijn: het kind met het badwater weggooien?
maar wat voor een kind! en wat voor badwater! het water waarin restjes drijven van aangekoekt vuil, het onnuttige water dat niet bruikbaar is maar drabberig en troebel velours, dat omfloerst klotst en kleddert en bengelt, dát is nu het probleem niet. het probleem doet zich voor op andere momenten in andere gedaanten. het water is de omlijsting,het pittoresk geschilllderde landschapje op de achtergrond, het water is de mist in de verte en het onduidelijk worden van contouren naarmate het meer in de horzion verdwijnt; maar ik let niet op die dingen, ik loop te turen naar mijn schoenen naar het allerdichtstbijzijnde kiezeltje in de hoop daarin, als in ingewanden, een spoor van de toekomst te lezen. navelstaarderij! al te kleine visie!
ik balanceer hier nu met een kapmes geschikt om mij een weg door dichtbejunglede begroeiing te banen en ik waad door stromen zweet en besluiteloosheid naar een onontkoombaar culminatiepunt dat juist om de hoek om de horizon lonkt. ik kijk reikhalzend, ik wentel mij in zwanenverlangen. ik balanceer met een kapmes en viseer de spinragfijne draad die ons bindt - daar! u ziet het! ik aarzel! - want deze draad is zo weinig levensvatbaar en zo zwakjes als een pasgeboren kuiken het ademt zo licht het pulseert zo nauwelijks; de dauwdruppels trekken naar beneden en het gewicht is bijna te zwaar; deze draad is zo nauwelijks een draad te noemen maar veeleer een lijntje schaduw dat rimpelt door besneeuwd gras; en zou ik niet veel meer mijzelf in de vingers snijden wellicht mijn eigen voet eraf hakken mijzelf kreupel maken en missend dan dat ik een daad stel die de standen van zaken affecteert? zou ik niet evenzodanig op mijzelf moeten buigen als nu maar dan zonder licht?
"ik ben niet hyper. wel vastberaden: ik ga niet meer geirriteerd en chagrijnig doen tegen mensen. de meeste mensen verdienen dat niet en tegen de mensen die dat eventueel wel verdienen ben ik dan uiteindelijk hoe moe ook altijd nog poeslief of althans dat probeer ik."
glanzend glorierandje toevoegen rauw rauw rauw in alle rafelige rauwheid in de naaktheid van het vlees, de kwetsbaarheid, de verscheurdende raspende gereedheid de openheid de blankheid van het nog ongeschonden vlees, de nog ongeschonden huid, alles nog gaaf en parelend, in de wonde, het bijtende zeewater de zilte vlokken het wassen wassen wassen tot aan de nek wassend
dáárin, desondanks, juist! DAARin, gansglanzende schittering als verloren diamantschilfers
Comments 23
( ... )
Reply
Reply
Reply
Reply
( ... )
Reply
Reply
( ... )
Reply
( ... )
Reply
maar wat voor een kind!
en wat voor badwater!
het water waarin restjes drijven van aangekoekt vuil, het onnuttige water dat niet bruikbaar is maar drabberig en troebel velours, dat omfloerst klotst en kleddert en bengelt, dát is nu het probleem niet. het probleem doet zich voor op andere momenten in andere gedaanten. het water is de omlijsting,het pittoresk geschilllderde landschapje op de achtergrond, het water is de mist in de verte en het onduidelijk worden van contouren naarmate het meer in de horzion verdwijnt; maar ik let niet op die dingen, ik loop te turen naar mijn schoenen naar het allerdichtstbijzijnde kiezeltje in de hoop daarin, als in ingewanden, een spoor van de toekomst te lezen. navelstaarderij! al te kleine visie!
Reply
daar! u ziet het! ik aarzel! -
want deze draad is zo weinig levensvatbaar en zo zwakjes als een pasgeboren kuiken het ademt zo licht het pulseert zo nauwelijks; de dauwdruppels trekken naar beneden en het gewicht is bijna te zwaar; deze draad is zo nauwelijks een draad te noemen maar veeleer een lijntje schaduw dat rimpelt door besneeuwd gras;
en zou ik niet veel meer mijzelf in de vingers snijden wellicht mijn eigen voet eraf hakken mijzelf kreupel maken en missend dan dat ik een daad stel die de standen van zaken affecteert? zou ik niet evenzodanig op mijzelf moeten buigen als nu maar dan zonder licht?
Reply
Reply
om het uitsnijden van het kloppend gezwel
dat zeurt zeurt zeurt
zeurt
Reply
Reply
rauw rauw rauw
in alle rafelige rauwheid in de naaktheid van het vlees,
de kwetsbaarheid,
de verscheurdende raspende gereedheid de openheid de blankheid van het nog ongeschonden vlees, de nog ongeschonden huid, alles nog gaaf en parelend,
in de wonde,
het bijtende zeewater de zilte vlokken
het wassen wassen wassen
tot aan de nek
wassend
dáárin, desondanks, juist! DAARin,
gansglanzende schittering als verloren diamantschilfers
(die schuren)
Reply
Leave a comment